“Te bolhoed is geen verrassing’, zei René Magritte in 1966. ‘Het is een hoofdtooi die niet origineel is. De man met de bowler is gewoon een man uit de middenklasse in zijn anonimiteit.” Toen de Amerikaanse fotograaf Rodney Smith drie decennia later deze foto maakte, kon hij er zeker van zijn dat zijn publiek de andere associatie van het hoofddeksel zou begrijpen: als een afkorting voor het surrealisme waarmee Magritte zijn handtekening had gezet. Het imago van Smith is niet zozeer een eerbetoon als wel een riff aan de Belgische kunst. Hij plaatste zijn trio van gezichtsloze bolspelers tussen de wijnranken van Reims in de champagnestreek van Frankrijk. Zijn mannen uit de middenklasse met hun bijpassende scharen lijken na het werk eerder ligusterhagen in de voorsteden te snoeien dan rond te dwalen in wijngaarden die zich uitstrekken tot aan de horizon. Waar te beginnen?
Smith hield van die spanning tussen formaliteit en spel. Hij begon als fotojournalist en kreeg les van de fotograaf Walker Evans uit het tijdperk van de Grote Depressie aan Yale. Zijn eerste boek, In het land van het licht, zag hem halverwege de jaren zeventig door Israël reizen en angstaanjagende portretten maken van werkende mensen. Naarmate zijn stijl zich later ontwikkelde, raakte hij echter geïnteresseerd in het creëren van modebeelden in een hoge stijl, waaronder werk voor Ralph Lauren en voor tijdschriften als Vanity beurs. Hij gebruikte vaak accessoires in deze foto’s, waarmee hij elegante trucs met ernst kon uithalen: vlindernetten, paraplu’s – evenals bowlers – werden knipogen naar vroegere decennia van plezier.
Rodney Smith stierf in 2016, 68 jaar oud. Een nieuw retrospectief boek, Een sprong in het diepe, verzamelt de blijvende beelden van een lange carrière. In zijn inleiding zei Graydon Carter, Smiths oude vriend en redacteur bij Vanity beursmerkt op hoe: “Een foto van Rodney Smith kan grillig maar plechtig zijn, gecomponeerd maar openhartig, stil maar vol beweging… wanhopig maar grappig.”