De Amerikaanse staat Californië sleept vijf grote olieconcerns, waaronder Shell, voor de rechter. De bedrijven moeten miljarden meebetalen aan de kosten die klimaatverandering veroorzaakt, stelt de openbaar aanklager.
De rechtszaak kan grote gevolgen hebben. “Als de rechter Californië gelijk geeft, is dat het einde van de winstgevendheid van oliebedrijven”, zegt Mark van Baal, oprichter van Follow This, een groep beleggers die oliebedrijven probeert te dwingen hun uitstoot te verminderen.
‘Olieconcerns misleiden ons nog steeds’
De bedrijven die zich voor de rechter moeten verantwoorden zijn Chevron, BP, ConocoPhillips, Shell en ExxonMobil. Volgens de aanklacht weten de bedrijven sinds halverwege vorige eeuw dat hun activiteiten de aarde opwarmen, maar hebben ze daar vervolgens over gelogen. “Centraal in de zaak staan rapporten van de bedrijven zelf waaruit blijkt dat ze in de jaren 70 al wisten dat hun producten tot gevaarlijke klimaatverandering zouden leiden”, zegt Dennis van Berkel, jurist van klimaatorganisatie Urgenda.
De oliebedrijven hebben het publiek daarover misleid, volgens de aanklager. Van Berkel: “Ze hebben geïnvesteerd in advertenties en rapporten die allemaal het doel hadden twijfel te zaaien over de wetenschap die zij zelf in eerste instantie hadden geproduceerd.”
Volgens de aanklager hebben ze miljarden dollars uitgegeven aan het verspreiden van desinformatie over klimaatverandering. En daar zijn ze nog altijd niet mee gestopt, ziet Van Berkel. “De fossiele industrie zegt: vertrouw op ons, wij gaan naar nul uitstoot in 2050. Terwijl ze tegelijkertijd aangeven dat ze hun best doen om zoveel mogelijk olie op te pompen.”
Van Baal beaamt dat. Shell verhoogt haar investeringen in duurzame energie dit jaar nauwelijks. “Ze misleiden ons nog steeds door te zeggen dat ze onderdeel zijn van de oplossing, terwijl ze massaal blijven investeren in nog meer olie en gas.”
Deze zaak is een enorme verspilling van belastinggeld.
Een woordvoerder van Shell zegt tegen Nieuwsuur dat het bedrijf “volledig achter de noodzaak staat voor de samenleving om over te stappen naar een koolstofarme toekomst”. Maar de rechtszaal is niet de juiste plek om klimaatverandering aan te pakken, vindt het bedrijf. Het American Petroleum Institute noemt de zaak zelfs “een enorme verspilling van belastinggeld”. Klimaatbeleid is een zaak van de wetgever, en niet van rechters, zegt de branchevereniging tegen Nieuwsuur.
Maar volgens Van Berkel is dit soort rechtszaken juist hard nodig. “De olie die de bedrijven nog van plan zijn op te pompen is veel meer dan we nog mogen uitstoten. Deze bedrijven staan de energietransitie erg in de weg. Daarom moet deze zaak worden gevoerd.”
Jurist Van Berkel won met Urgenda een belangrijke zaak tegen de Nederlandse staat, en dwong de overheid om de uitstoot van broeikasgassen sneller terug te dringen. In Californië is het juist de overheid die bedrijven wil aanpakken. “Deze zaak gaat echt nog een grote stap verder. In de Urgendazaak ging het erover dat de overheid een verantwoordelijkheid heeft om zijn burgers te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Deze zaak gaat over de verantwoordelijkheid voor de schade die is veroorzaakt.”
Einde Shell?
Volgens Californië zijn de concerns onder meer verantwoordelijk voor overstromingen, extreme hitte en verlies van biodiversiteit. Als de rechter meegaat in de redenering, kan dat voor de oliebedrijven enorme gevolgen hebben, zegt Van Baal. “De kosten van de gevolgen van klimaatverandering zijn vele malen groter dan de winsten die ze nu maken.”
Investeren in vervuilende energie is dan niet meer rendabel. “Ze zullen dan eindelijk investeren in duurzame energie. Ze staan nu op de rem terwijl we hun miljarden en hun kennis keihard nodig hebben om te investeren in duurzame energie.”
Californië wil dat er een fonds komt waar de fossiele bedrijven geld in storten voor maatregelen om met de impact van klimaatverandering om te gaan. Er is een kans dat de schadevergoedingen zo hoog worden, dat de concerns failliet gaan, zegt Van Baal. “Dat is een heel groot risico dat ze over zichzelf hebben afgeroepen.”
De afgelopen jaren nemen klimaatorganisaties steeds vaker de juridische route: