aandeel vrouwen in top Nederlands bedrijfsleven stagneert

Beeld ter illustratie

NOS Nieuws

Het aandeel vrouwelijke commissarissen en bestuurders is afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven. Dat blijkt uit de nieuwste editie van de Female Board Index, die jaarlijks verschijnt. In het rapport zijn cijfers opgenomen over het aantal vrouwen aan de top bij Nederlandse beursgenoteerde bedrijven en organisaties.

Het aantal vrouwelijke bestuurders bij beursgenoteerde ondernemingen bleef rond de 15 procent steken. “Dat is nog ver van een evenwichtige verdeling”, constateert het rapport. Het aantal vrouwelijke commissarissen groeide in een jaar tijd amper: van 38 procent in 2022 naar 39 procent dit jaar.

De jaarlijkse index komt uit de koker van Mijntje Lückerath, hoogleraar corporate governance aan de TIAS School for Business and Society. Zij is over het algemeen te spreken over het aandeel vrouwelijke commissarissen in Nederland, maar constateert dat het aantal vrouwelijke bestuurders achterblijft op het wettelijke streefpercentage van 30 procent.

‘Blijven steken’

“Over het aandeel vrouwelijke commissarissen hoeven we ons geen zorgen meer te maken, dat gaat best goed”, concludeert Lückerath. “Maar bij de bestuurders staan we al twee jaar stil, daar zijn we echt blijven steken”. Zij noemt dat een tegenvaller, zeker omdat er relatief minder vrouwelijke bestuurders bij lijken te komen.

Tot 2021 nam het percentage vrouwelijke bestuurders langzaam maar zeker toe. In 2020 was bijvoorbeeld 28 procent van de nieuwe bestuurders een vrouw. Maar afgelopen jaar daalde dit naar 13 procent: van de 30 nieuwe bestuurders waren er vier vrouw. Terwijl de aanwas van nieuwe vrouwelijke bestuurders juist nodig is om over de gehele linie vooruitgang te boeken, zegt Lückerath.

Tot 2020 gold een streefgetal van 30 procent vrouwen in zowel raden van commissarissen als raden van bestuur. Omdat het om een streefgetal ging, was er geen consequentie verbonden aan het niet halen van dat percentage. Inmiddels staat wettelijk vast dat raden van commissarissen voor minimaal een derde uit vrouwen moeten bestaan.

“Het quotum voor vrouwen in raden van commissarissen was misschien niet echt nodig”, blikt hoogleraar Lückerath terug. “Toen dat inging zaten we al bijna op 33 procent. Maar het was ook echt bedoeld als symboolwetgeving, om aan bedrijven te laten zien dat er wat aan de verhoudingen gedaan moet worden”.

Daarnaast werd er volgens de hoogleraar geredeneerd dat, wanneer er meer vrouwelijke commissarissen zouden zijn, er ook meer vrouwelijke bestuurders zouden komen. Maar dat komt dus niet uit. “Het aandeel vrouwelijke bestuurders blijft stilstaan.” Maar omdat er voor vrouwelijke bestuurders geen quotum geldt, is handhaven niet aan de orde.

‘Aandacht verslapt’

Lückerath stelt dat het belangrijk is dat er aandacht blijft voor het aantal vrouwen in bestuursorganen. “Het lijkt erop dat die aandacht aan het verslappen is en het geen prioriteit meer heeft, maar we zijn er nog niet”, benadrukt de hoogleraar. “Wat er moet gebeuren is dat bedrijven zich gaan schamen wanneer ze een raad van bestuur hebben die alleen uit mannen bestaat.”

Volgens de Female Board Index hebben 61 van de 88 beursgenoteerde ondernemingen op dit moment geen enkele vrouw in de raad van bestuur. Lückerath noemt dat “niet meer van deze tijd”. Zij denkt dat bedrijven actief aanspreken meer zin heeft dan een wettelijk quotum instellen voor vrouwelijke bestuurders.

Dat bedrijven geen geschikte vrouwen zouden kunnen vinden, noemt Lückerath een smoesje. “Er zijn nu 20 beursgenoteerde bedrijven waarbij minimaal 33 procent van de commissarissen en 33 procent van het bestuur vrouw is”. Aanvoerder van die lijst is uitgeverij Wolters Kluwer. Bij Ingenieursbureau Arcadis en vastgoedbeleggingsmaatschappij NSI zijn beide raden gelijk verdeeld. “Je zou veel vaker zulke bedrijven op het podium moeten zetten en laten vertellen wat de waarde van diversiteit is.”

Bron