Verschillende groepen mensen worden gezien als dakloos. Mensen die buiten slapen of in een auto, in kraakpanden en vakantiewoningen of mensen die de noodopvang bezoeken telt het CBS als dakloos. Maar ook mensen zonder eigen onderdak die tijdelijk verblijven bij familie, vrienden of kennissen—de zogenoemde ‘bankhoppers’—worden beschouwd als dakloos. Mensen in tijdelijke opvang worden meegeteld als dakloos als het verblijf voor korte tijd is. Mensen die er voor langere tijd op 24-uurs basis wonen, de zogenoemde “residentiele daklozen”, worden niet meegeteld. Mensen die te maken hebben met dreigende huisuitzetting of die uitstromen uit een instelling, telt het CBS niet mee als dakloos.
Aantal dakloze mensen begin 2022 geschat op bijna 27 duizend
Het CBS komt tot 26,6 duizend dakloze mensen door het tellen van het aantal mensen dat voorkomt in drie administratieve bronnen plus een geschat aantal dat niet in deze bronnen staat. Het gaat dan in de eerste plaats om mensen die staan ingeschreven bij een dag- en nachtopvangvoorziening voor dakloze mensen. Ook mensen die geregistreerd staan als uitkeringsontvanger met een postadres of een adres van een tijdelijke opvang worden meegeteld als dakloos. Als laatste telt het CBS dakloze mensen die bekend waren bij een van drie reclasseringsorganisaties in Nederland. Zo is een deel van de dakloze mensen in beeld.
Vooral mensen zonder eigen woonruimte die op niet-structurele basis bij vrienden en kennissen verblijven, of slapen op niet gebruikelijke plekken zoals in de auto, een kraakpand of een vakantiewoning zijn vaak niet te vinden in de administratieve bronnen. Hiervoor gebruikt het CBS een schattingsmethode. Het is daarbij noodzakelijk dat mensen wel in deze administratieve bronnen zouden moeten kúnnen voorkomen. Dat geldt bijvoorbeeld niet voor mensen zonder geldige verblijfsvergunning, zoals uitgeprocedeerde asielzoekers. Zij worden dus niet meegeteld in de groep dakloze mensen.
Arbeidsmigranten kunnen bijvoorbeeld wel voorkomen in een van deze bronnen en worden dus—als ze voldoen aan de voorwaarden voor dakloosheid—wel meegerekend. Mensen jonger dan 18 en ouder dan 65 jaar kúnnen niet voorkomen in het register met dakloze mensen die een bijstandsuitkering ontvangen in het kader van de Participatiewet. Daarom beperkt de statistiek over dakloze mensen zich tot mensen van 18 tot 65 jaar.