Nieuwe regels voor oud textiel moeten kledingberg verkleinen

Gedumpte kleding in de Atacama-woestijn in Chili

NOS NieuwsAangepast

  • Susan Sjouwerman

    redacteur Online

  • Susan Sjouwerman

    redacteur Online

Bergen afgedankte kleding op een Ghanees strand, in de Chileense Atacama-woestijn of in een loods in Amsterdam-Noord: we dragen en danken zo veel textiel af dat er eigenlijk geen goede bestemming voor is. Veel textiel wordt vernietigd of eindigt in verre oorden op stortplaatsen in de natuur. Een nieuwe overheidsregeling die per 1 juli ingaat, moet daar een einde aan maken.

De zogenoemde Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) maakt alle bedrijven die in Nederland textiel verkopen – en dus ook populaire kledingmerken – zelf verantwoordelijk voor het inzamelen, sorteren en hergebruiken of recyclen van afgedankt textiel. Het gaat niet alleen om kleren, maar ook om handdoeken en beddengoed. De bedrijven moeten de inzameling en het verwerken van dat oud textiel zelf gaan betalen.

Nu ligt die verantwoordelijkheid nog bij gemeenten. De textielcontainer op straat is het voornaamste inzamelpunt. Maar meer dan de helft van het oud textiel in Nederland komt niet in die speciale containers terecht, maar bij het gewone vuilnis. En zodoende in de verbrandingsoven. Een aanzienlijk deel van wat wél in de textielcontainer gegooid wordt, wordt in het buitenland verhandeld als tweedehandskleding.

Vanaf 1 juli ligt de verantwoordelijkheid bij de kledingwinkels en -merken:

Nieuwe sokken voor oude kleren: afgedankt textiel binnenkort inleveren in de winkel

Door de komst van de nieuwe regels moet per 2025 de helft van al het afgedankte textiel in Nederland worden hergebruikt (als tweedehandskleding) of gerecycled. Per 2030 moet dat 75 procent zijn. Ook moet een groter deel van de tweedehandsartikelen in eigen land worden verkocht. En er dient straks niet zomaar gerecycled te worden, maar ‘vezel-tot-vezel’. Dat betekent dat van oude kleding vaker nieuwe kledingstukken gemaakt moeten worden, in plaats van poetslappen of isolatiemateriaal.

Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat hoopt dat de UPV onder meer modebedrijven stimuleert om op een andere manier te ontwerpen. Veel kleding, een mix van verschillende stoffen en materialen, kan met de huidige techniek niet gerecycled worden. “Het idee is dat ze er vanaf het design van een product rekening mee houden dat het ook echt te recyclen is aan het einde van de levensduur. En dat ze inzetten op het hergebruiken van producten als ze nog goed zijn.”

Heijnen bezocht afgelopen vrijdag samen met koningin Máxima een filiaal van Zeeman in Alphen aan den Rijn. Bij die keten kunnen klanten oud textiel inleveren en worden ingezamelde kledingstukken die nog mooi zijn opnieuw verkocht. Zeeman-directeur Erik-Jan Mares liet weten dat de keten binnen een paar maanden ook sokken en theedoeken wil aanbieden die grotendeels bestaan uit gerecycled materiaal, verkregen uit lokaal ingezamelde kleding.

Koningin Máxima en staatssecretaris Heijnen (l.) op bezoek bij Zeeman

Vanwege de nieuwe regelgeving zullen consumenten binnen een paar jaar in veel meer winkels gerecyclede en tweedehands producten vinden. Ook het aantal plekken waar oud textiel kan worden ingeleverd zal naar verwachting fors toenemen. De textielcontainer op straat blijft staan, maar een zak oude kleren inleveren kan ook in steeds meer kledingwinkels, supermarkten en postkantoren.

Om te zorgen dat ze zoveel mogelijk kleding terugkrijgen van klanten, bieden sommige winkeliers al een extraatje als oud textiel wordt ingeleverd. Dat kan bijvoorbeeld een tegoedbon zijn.

Toch is het niet gezegd dat al het oude textiel straks met gemak hergebruikt of gerecycled kan worden, waarschuwen de producenten. Niet iedereen in de sector denkt dat de eisen haalbaar zijn.

“Een kwart van de recycling moet over twee jaar al vezel-tot-vezel zijn. Daarvoor is echt nog technische ontwikkeling en meer capaciteit nodig bij recyclingbedrijven”, zegt Peter Koppert van de Stichting UPV Textiel. “En een groter deel van de ingezamelde kleding moet in Nederland verhandeld worden. Is daar wel genoeg vraag naar?”

Afrika-correspondent Elles van Gelder en cameraman Sven Torfinn liepen mee met David Boye-Doe, een jonge Ghanese ontwerper die tweedehands kleding pimpt:

Ghana overspoeld door onze oude jeans: ‘Jullie willen geen rotzooi? Wij ook niet’

In de stichting, opgezet door brancheorganisaties INretail en Modint, zijn zo’n 400 grote textielproducenten verenigd. Het collectief gaat samen inzameling, sortering en hergebruik of recycling regelen. Voor individuele bedrijven zou dat haast onmogelijk zijn, zegt Koppert. “Er zijn wel bedrijven die het overwogen hebben, maar ze kunnen die enorme logistieke stroom niet aan. Het is niet efficiënt en te duur.”

Dat de sector gezamenlijk optrekt is ook volgens Zeeman-directeur Mares een voorwaarde om van de nieuwe regelgeving een succes te maken. “Er zijn massale hoeveelheden ingezameld textiel nodig om aan de percentages in de UPV te voldoen. Samen kunnen we de inzameling en verwerking opschalen.”

“We moeten kijken hoe de nieuwe regels zich verhouden tot de markt”, aldus Koppert. “Maar het wederzijds belang van textielproducenten en de overheid is groot. We willen dat er in Nederland minder beslag gelegd wordt op grondstoffen voor kleding. En we willen niet dat al onze kleding in Afrika wordt afgedankt.”

Bron