Facebook moet inzage geven in alle documenten die de Europese Commissie opvraagt. Dat heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald na klachten van Facebook-moederbedrijf Meta. Brussel onderzoekt of het sociale netwerk zich schuldig maakt aan oneerlijke concurrentie.
Facebook vindt dat de Europese Commissie te veel e-mailverkeer van personeel en andere stukken opvraagt. Dat doet de Commissie aan de hand van zoektermen.
Dat is volgens het Amerikaanse techbedrijf veel te ruim. De opgevraagde documenten zouden bovendien gevoelige persoonlijke informatie van werknemers bevatten. Het bedrijf was daarom naar het Gerecht van de Europese Unie gestapt.
Maar de Commissie heeft voldoende maatregelen genomen om die bezwaren weg te nemen, oordeelt het Gerecht. Zo heeft de Commissie vertrouwelijke documenten ondergebracht in een zogenoemde virtuele datakamer. Alleen bepaalde leden van het onderzoeksteam van de Commissie mogen die documenten bekijken.
De Commissie gaat volgens de rechtbank niet verder dan nodig is om het onderzoek te verrichten.
Commissie onderzoekt misbruik marktmacht
Brussel onderzoekt of Facebook zijn marktmacht misbruikt om concurrenten van zijn koop- en verkoopplatform Marketplace weg te drukken. Marketplace is een dienst waarop gebruikers persoonlijke advertenties kunnen plaatsen, bijvoorbeeld als ze spullen zoeken of willen verkopen.
De Commissie is bang dat Facebook-gebruikers door de aanprijzingen van het bedrijf mogelijk eerder voor die dienst kiezen dan voor concurrerende diensten zoals Marktplaats, eBay en Craigslist.