Inflatie daalt naar -0,4 procent in oktober;

Den Haag

De inflatie was in oktober -0,4 procent, meldt het CBS. In september waren consumentengoederen en -diensten nog 0,2 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder. De inflatie wordt elke maand gemeten als de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. Het inflatiecijfer van oktober is hetzelfde als bij de snelle raming die op 31 oktober is gepubliceerd.

Dat de inflatie in oktober negatief is, komt volledig doordat de energieprijzen in oktober 2022 bijzonder hoog waren. Exclusief energie bedroeg de inflatie 5,1 procent. In september was dat 5,5 procent. In de eerste helft van 2023 was de inflatie zonder energie en motorbrandstoffen hoger dan nu, met een piek van 8,1 procent in februari en maart.

De daling van de inflatie betekent niet dat de prijzen in oktober 2023 zijn gedaald ten opzichte van september 2023. De CPI geeft ook inzicht in de prijsontwikkeling ten opzichte van een maand eerder. Prijzen voor consumenten waren in oktober 0,4 procent hoger dan in september.

Inflatie laag door prijsontwikkeling energie

De prijsontwikkeling van energie heeft al geruime tijd een grote invloed op het verloop van de inflatie. Dit komt met name door de hoge prijzen vorig jaar. In de tweede helft van 2022 namen de energieprijzen in de CPI fors toe, met een piek in oktober 2022. Mede daardoor werd er in die periode een hele hoge inflatie gemeten. De prijzen van energie in de CPI zijn nu een stuk lager dan in 2022. Omdat de inflatie wordt gemeten als de ontwikkeling van de prijzen ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar, valt de inflatie nu lager uit.

Voor het meten en verwerken van de energieprijzen in de CPI gebruikt het CBS vanaf juni 2023 een nieuwe methode. Op 30 juni publiceerde het CBS een achtergrondartikel waarin het in meer detail uitlegt wat de overstap betekent voor de CPI, de inflatie en het gebruik van de CPI voor indexeringsdoeleinden.

 

Bron