Helm raakt steeds meer ingeburgerd op de schaatsbaan

Schaatsen op de ijsbaan van Haarlem

NOS Nieuws

  • Noor de Kort

    redacteur Online

  • Noor de Kort

    redacteur Online

Op de Nederlandse ijsbanen is hij bijna niet meer te missen: de schaatshelm. Waar tien jaar geleden bijna niemand rondreed met een helm, is dat nu heel normaal. “Het groeit ieder jaar”, zegt Jurre Trouw van schaatsbond KNSB.

Ook dit jaar worden er weer veel helmen verkocht, ziet de Nederlandse fabrikant Cádomotus. “Ons goedkope exemplaar is nu al uitverkocht en we zijn anderhalve maand onderweg in het schaatsseizoen”, zegt directeur Diederik Hol. “We zijn er een beetje door verrast.”

Bij shorttrack, marathonschaatsen en massastarts is de helm al jaren verplicht door de KNSB. Bij individueel langebaanschaatsen heeft de bond geen regels over hoofdbescherming. Langebaanschaatsers besluiten vaak zelf om een helm te dragen of verenigingen stellen dat verplicht.

Schaatsers op de schaatsbaan in Utrecht over het dragen van een helm op het ijs :

Helm steeds populairder op schaatsbaan

De opkomst van de helm in het schaatsen sluit aan bij de opkomst van hoofdbescherming in andere sporten, zegt Trouw van de KNSB. “Bij het wielrennen speelde dit al meer twintig jaar geleden, daarna bij het skiën en nu ook bij het schaatsen.”

Kwestie van wennen

De groei van het aantal helmen op de ijsbaan begon in seizoen 2015/2016, toen hoofdbescherming voor het eerst verplicht werd in het marathonschaatsen. De KNSB besloot dat destijds na een aantal zware ongelukken met marathonschaatsers in 2014.

De nieuwe regel leidde tot discussie. Zo zei marathonschaatsster Irene Schouten tegen de NOS dat ze het niet zag zitten om een helm te dragen. “Iedereen moest wennen”, zegt helmfabrikant Hol. “Je hoorde argumenten als: er gebeurt nooit wat.”

Een ander argument dat Schouten aanvoerde, is dat marathonschaatsen met een helm heel warm is. De schaatsers dragen de helm, terwijl ze vele tientallen ronden moeten rijden. Fabrikant Cádomotus introduceerde daarom in 2015 een helm, speciaal voor marathonschaatsen. “Die heeft meer ventilatie dan een shorttrackhelm”, zegt Hol. Daarnaast heeft een schaatshelm geen openingen, zodat er geen schaatsijzer doorheen kan.

Sinds 2015 besluiten steeds meer schaatsverenigingen om het dragen van een helm verplicht te stellen, ook tijdens reguliere trainingen op de langebaan. “En nu kiezen ook recreatieve bezoekers voor een helm”, zegt Trouw van de KNSB. “Hij raakt steeds meer ingeburgerd.”

Niet verplicht op langebaan

Ondanks alle veranderingen mogen schaatsers op de individuele afstanden nog zonder helm rondrijden. “Langebaanschaatsers zijn enorm conservatief”, zegt Hol. “Bij andere sporten is de regel meestal: als je 30 à 40 kilometer per uur of harder rijdt, draag je een helm. Maar bij schaatsen op de langebaan niet.”

De KNSB is positief over de toename van helmen in het schaatsen, maar de bond overweegt op dit moment niet een algemene helmplicht op de langebaan in te voeren. “We stimuleren liever de intrinsieke motivatie”, zegt Trouw.

Bovendien is volgens hem niet goed onderzocht of hoofdletsel veel voorkomt bij individueel langebaanschaatsen. De KNSB werkt nu samen met kenniscentrum VeiligheidNL om hier meer zicht op te krijgen. “We moeten eerst goed onderzoek doen voordat we überhaupt nadenken over het verplicht stellen van een helm op de langebaan.”

‘Ongeluk in klein hoekje’

Neuroloog Myrthe Boss van de denktank Artsen voor Veilig Fietsen bevestigt dat er over letsel bij schaatsongelukken niet veel bekend is. “Maar een ongeluk zit in een klein hoekje en een val kan een grote impact hebben”, zegt ze. Bij een val met de fiets kan een helm de kans op ernstig hersenletsel volgens Boss verkleinen met 60 tot 70 procent. “Waarom zou dat niet voor schaatsen gelden? Daarbij vormt een helm een barrière tussen de hersenen en het ijs.”

Ze is dan ook voorstander van het gebruik van een helm op de langebaan. Bovendien hebben topschaatsers, die vaak op tv zijn, ook een voorbeeldfunctie, vindt Boss. “Als zij een helm gaan dragen, zullen anderen volgen.”

Bron