NOS Nieuws••Aangepast
-
Nik Wouters
redacteur Economie
-
Julius Moorman
redacteur economie
-
Nik Wouters
redacteur Economie
-
Julius Moorman
redacteur economie
Gokbedrijven kregen meer inspraak dan verslavingsdeskundigen bij de totstandkoming van regels over gokreclames. Onder meer staatsbedrijven Holland Casino en de Nederlandse Loterij wisten het ministerie van Justitie & Veiligheid, dat de regels opstelt, goed te vinden.
Uit stukken die de NOS heeft opgevraagd met een beroep op de Wet open overheid (Woo) blijkt dat vier gokbedrijven en drie brancheorganisaties voor gokbedrijven tot op het laatste moment mochten meepraten over nieuwe reclameregels. Ook is een kennisinstituut voor verslaving geraadpleegd.
De gokbedrijven brachten 41 punten in waar ze het niet mee eens waren. 17 punten werden door het ministerie overgenomen, waaronder het toestaan van het inzetten van BN’ers bij evenementen zoals openingen en symposia, reclame met lokaal bekende acteurs en het schrappen van de reclamebeperking voor mensen met een lage sociaaleconomische status.
“Er zijn richtlijnen die voorschrijven dat het inwinnen van geluiden tijdens de voorbereiding van wetgeving evenwichtig moet plaatsvinden. Dat lijkt hier onvoldoende gebeurd”, zegt Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden.
Bij het maken van wetgeving moet er rekening worden gehouden met alle relevante partijen, zegt Caelesta Braun, hoogleraar openbaar bestuur en maatschappelijke democratie aan de Universiteit Leiden. “Op basis van jullie bevindingen lijkt er een onbalans te zitten in de mate waarin contact is geweest met de gokbranche en andere belanghebbenden, zoals verslavingsdeskundigen.”
Het ministerie van Justitie en Veiligheid zegt in een reactie dat bescherming van de speler bij het opstellen van nieuwe regels altijd centraal staat. Daarbij worden verschillende betrokken partijen geraadpleegd, zoals kansspelaanbieders, verslavingsdeskundigen en instanties zoals de Kansspelautoriteit. De hoeveelheid input van een bepaalde partij staat niet noodzakelijk gelijk aan de invloed op de uiteindelijke besluitvorming, stelt het ministerie.
Volgens Braun is het een politieke keuze of je financiële belangen zwaarder laat wegen dan de negatieve neveneffecten van de gokindustrie. Maar die afweging moet in de besluitvorming dan wel heel concreet worden gemaakt: “Wat kost een beperking van de reclameregels de schatkist en wat zijn de maatschappelijke gevolgen waar verslavingsdeskundigen op wijzen.” In de opgevraagde correspondentie is hier vrijwel niets over terug te vinden.
BN’ers in reclames
Bij het opengaan van de gokmarkt werd het inzetten van BN’ers in reclames toegestaan, ondanks zorgen van verslavingsdeskundigen. De angst was dat het optreden van BN’ers in reclames tot meer nieuwe spelers zou leiden, maar mede op verzoek van Toto mochten bekendheden toch in reclames figureren.
Toen bleek dat er erg veel reclames werden uitgezonden en er veel gegokt werd, moesten de regels onder druk van de Tweede Kamer worden aangepast. Om die aanpassing snel door te kunnen voeren werden de regels niet langs de gebruikelijke weg voorgelegd aan de Kamer.
Vlak voor de regels af waren, kregen gokbedrijven de mogelijkheid om suggesties te doen.
Kennisorganisatie voor verslaving en mentale gezondheid Trimbos-instituut kreeg ook kans op inspraak. Van de 5 ingebrachte punten werd er 1 overgenomen. Het kennisinstituut kreeg geen mogelijkheid om te reageren op de aanpassingen die de gokbedrijven lieten doen.
Tony van Rooij van Trimbos-instituut is kritisch over de mate waarin de gokindustrie invloed heeft op het maken van regels: “Keuzes zouden gemaakt moeten worden op basis van inschattingen wat betreft de effectiviteit van maatregelen om gokschade te voorkomen en aan te pakken, en niet op basis van tegenstrijdige, financiële belangen.”
Hij benadrukt dat kennisinstituten en de zorg minder mogelijkheden hebben om advies te geven dan de gokbedrijven. “We hebben geen middelen en geen personeel om zoals lobbyisten de hele dag alles te volgen. We zijn geen multinational met gokken als corebusiness.”
Lobbycultuur in Nederland
Hoogleraar Voermans toont zich bezorgd over de Nederlandse lobbycultuur en stelt dat wij vergeleken met de rest van Europa ver achterlopen. Hij wijst erop dat Nederland al twee keer op de vingers is getikt door anti-corruptiewaakhond Greco vanwege zijn lobbybeleid. Hij pleit voor strengere regels op dit gebied.
“Een lobbyregister dat verplicht tot registratie is enorm belangrijk voor transparantie en evenwicht in het wetgevingsproces. Het moet duidelijk zijn welke partijen zijn geraadpleegd en welke invloed zij hebben gehad.”
Maar demissionair minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken heeft in mei aangegeven dat er geen verplicht lobbyregister komt.