‘Gevaarlijkste havenwerk vaak gedaan door ongetrainde bemanning’

Een scheepsbemanninglid sjort een container

NOS Nieuws

  • Gidi Pols

    redacteur Economie

  • Gidi Pols

    redacteur Economie

Wie voert het zwaarste werk in de haven uit? Over die vraag woedt een langslepende strijd in Rotterdam.

Het gaat om sjorren – het los- en vastzetten van containers – op schepen. Sinds 2020 moeten scheepvaartbedrijven met schepen waar een cao op is afgesloten daar speciaal opgeleide havenarbeiders voor inhuren. Maar in de praktijk zetten de bedrijven nog vaak hun eigen bemanning in voor het levensgevaarlijke sjorwerk, zegt de internationale vakbond ITF.

“Op zo’n vijftien tot twintig schepen per dag is dit soort werk nodig”, zegt vakbondsman Gijs Mol. Namens de internationale vakbond ITF voert hij inspecties uit in de Rotterdamse haven. “Mijn inschatting is dat bij gemiddeld elf daarvan geen sjorders worden ingehuurd.”

Een dode in Belfast

Hoe gevaarlijk het werk kan zijn, bleek begin dit jaar in Belfast. Bij het nachtelijke sjorwerk aan boord van containerschip de BG Ruby viel daarbij een 54-jarige Filipijnse matroos in het donkere water. Hij overleed in het ziekenhuis.

Met de BG Ruby voer de matroos tussen Rotterdam en de Noord-Ierse hoofdstad. Het schip is onderdeel van de vloot van het Nederlandse BG Freight Line, dat het schip huurt van een Duitse eigenaar.

Omdat de BG Ruby onder Portugese vlag voer, waren het de Portugese instanties die het onderzoek naar het ongeluk in Noord-Ierland uitvoerden. Uit het Portugese rapport blijkt onder meer dat de matroos geen zwemvest droeg en dat er geen hekwerken aan de buitenkanten waren bevestigd om te voorkomen dat de bemanning overboord valt tijdens het sjorwerk.

BG Freight Line wil niets loslaten over de zaak. Ook op de vraag of ze in Rotterdam wel sjorders inhuren blijft het stil. “Het onderwerp ligt momenteel gevoelig, dus ik ga geen uitspraken doen”, zegt algemeen directeur Frank Kapaan.

Een scheepsbemanningslid sjort een container in de haven van Rotterdam. De foto is gemaakt door vakbond ITF

Om ongelukken te voorkomen kwam de top van de scheepvaart samen in 2018. Zowel de grote werkgevers als de internationale vakbonden voor zeevarenden schoven aan. Ze kwamen samen tot de ‘Non Seafarers Working Clause’.

Die clausule ging in 2020 in, en stelt dat rederijen gecertificeerde sjorders van de wal moeten laten komen om de torenhoge stapels containers veilig te sjorren. Op die manier moet ook voorkomen worden dat containers in zee verdwijnen.

Scheepvaartbedrijven mogen alleen nog hun eigen bemanningsleden inzetten als er niet voldoende sjorders beschikbaar zijn in de Rotterdamse haven. Daarvoor moeten ze toestemming vragen bij vakbond FNV Havens, maar dat gebeurt in de praktijk nauwelijks, zegt de bond.

Een sjorder in opleiding krijgt instructies.

Toch zijn er nog dagelijks schepen waar matrozen het gevaarlijke sjorwerk doen, zegt inspecteur Mol. Volgens hem is het wachten op het volgende ongeval. En dus trekt hij met zijn vakbondscollega’s ten strijde. Eerder dit jaar bevestigde de Rotterdamse rechter in een bodemprocedure dat rederijen zich aan de ‘Non Seafarers Working Clause’ moeten houden. Toch is ook sindsdien het sjorren door matrozen nog niet gestopt.

Nieuw proces

Via een nieuwe rechtszaak probeerden vakbonden de Singaporese rederij X-Press Feeders te dwingen om gebruik te maken van havenarbeiders in plaats van bemanningsleden. Die rederij huurt verschillende schepen, waaronder de Nordica, dat onder Nederlandse vlag vaart en regelmatig in Rotterdam te vinden is.

Het liep uit op een schikking, waarbij toegezegd werd dat de Nordica voortaan gebruik gaat maken van Rotterdamse sjorders, bevestigt de advocaat van X-Press Feeders. “Omdat dit schip onder Nederlandse vlag vaart was deze zaak relatief makkelijk”, zegt Mol. “Bij schepen die onder buitenlandse vlag varen is het ingewikkelder.”

De vakbonden komen deze maand samen om een plan te bedenken hoe ze ook de rederijen onder buitenlandse vlag kunnen dwingen om het sjorwerk door havenarbeiders te laten uitvoeren. “Het ziet ernaar uit dat we elk schip apart moeten aanklagen.”

Bron