NOS Nieuws•
Het aantal basisscholen met het stempel ‘zeer zwak’ is het afgelopen jaar flink toegenomen. Vorige zomer telde de Inspectie van het Onderwijs er 13, nu zijn het er 39. Dat blijkt uit een inventarisatie van Trouw.
De stijging is grotendeels te verklaren doordat de inspectie meer op bezoek is gegaan bij scholen, zo zegt directeur toezicht Ria Westendorp in het NOS Radio 1 Journaal. “We zijn meer gaan kijken het afgelopen jaar, daarmee hebben we ook meer gezien.” Eerder werden jaarlijks zo’n 100 scholen bezocht, van de in totaal 6545 scholen in Nederland. Dit jaar staat de teller op zo’n 250 inspecties.
Basisvaardigheden achteruit
‘Zeer zwak’ is het laagste oordeel dat een school kan krijgen, nog lager dus dan ‘onvoldoende’. Het wordt gegeven als “de kwaliteit echt achterblijft bij wat leerlingen verdienen”, zegt Westendorp. Dan kan het gaan om sociaal onveilige situaties, zoals pesten, maar ook om situaties waarbij de schoolleiding de voortgang en behoeftes van leerlingen niet goed in de gaten houdt.
Westendorp legt uit dat de inspectie afgelopen jaar vaker is gaan controleren omdat uit onderzoek bleek dat kinderen slechter scoren op de basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap. “En we kwamen er niet precies achter waardoor dat kwam. En dan moet je toch beter gaan kijken: waar zit dat precies?”
Meer zelf kijken
De scholen die de inspectie bezocht, waren doorgaans scholen waar “al wat aan de hand was”, zegt Westendorp. “Er is veel verloop van leerlingen of personeel, of de onderwijsresultaten gaan achteruit. Voorheen hadden we dan veel contact met bestuurders van de scholen, en dat hebben we nog steeds. Maar we wilden ook zelf meer gaan kijken.”
De scholen die nu als zeer zwak beoordeeld zijn, staan genoemd op de site van de Onderwijsinspectie. Kinderen zijn niet altijd ongelukkig op zo’n school, zegt Westendorp, en ouders zijn doorgaans niet snel geneigd om hun kinderen van de school te halen omdat hun kinderen er bijvoorbeeld al vrienden gemaakt hebben.
Wake-upcall
Westendorp: “Het belangrijkste is dat de scholen zelf in gesprek gaan met ouders en zeggen: dit gaan we zelf doen om de kwaliteit te verbeteren. Bijna altijd is deze wake-upcall genoeg, en is het bij de volgende inspectie verbeterd.” Als dat niet zo is, kan een school in het uiterste geval gedwongen worden om te sluiten. “Maar dat gebeurt gelukkig zelden.”
Scholen hebben het lastig, geeft Westendorp toe: er is een lerarentekort op veel scholen, en bij veel leerlingen moet er achterstand ingehaald worden na meerdere schoolsluitingen tijdens de coronacrisis. “We kijken wel naar de context natuurlijk: wat doet een school bij lerarentekort om die kwaliteit toch op orde te houden? Maar in ons oordeel houden we er tenslotte geen rekening mee. De leerling heeft namelijk recht op goed onderwijs. Als dat niet zo is, voelen wij het als een morele plicht om dat te benoemen. Je kunt die kinderen natuurlijk niet in de kou laten staan. Hoe erg de omstandigheden ook zijn.”